1. Inleiding
De chemische reactie die ontstaat wanneer een geur- of smaakstof in contact komt met de smaakpapillen (in het geval van de smaak) of met het reukepitheel zorgt voor een prikkel die via een specifieke zenuw doorgestuurd wordt naar de hersenen. Daar wordt de prikkel vervolgens geïnterpreteerd zodat de smaak of geur gekoppeld kan worden aan een emotie zoals genot of afschuw.
Hoewel reuk en smaak twee verschillende zintuigen zijn, zijn deze toch nauw met elkaar verbonden. Voedsel bevat immers veel complexere smaken dan de vijf basissmaken zout, zuur, zoet, bitter en umami. Voor de herkenning van deze complexe smaken is een samenwerking met andere zintuigen, en dan vooral de reuk essentieel. Daarom gaan stoornissen van het reukvermogen standaard gepaard met een verminderde smaak. Geïsoleerde smaakstoornissen komen veel minder vaak voor, en maken slechts 4% uit van de klachten.
Ofschoon er in de meeste gevallen geen ernstige pathologie aanwezig is, heeft het verlies van geur en smaak - zelfs gedeeltelijk - een grote impact. Niet alleen valt er een grote bron van genot weg, maar ook kunnen gevaren (rook, gasgeur) minder goed gedetecteerd worden.
2. Oorzaken
- Trauma op het hoofd waarbij de reukzenuw beschadigd raakt
- Virale infecties
- Ontsteking in de mond
- Verstopping van de neus (bijv. bij een verkoudheid, sinusitis of poliepen)
- Bijwerking van bepaalde medicatie
- Onderliggende neurologische pathologie zoals de ziekte van Parkinson of Alzheimer
- Schildklieraandoeningen
- Diabetes
- Onvoldoende speekselaanmaak
- Hersenbeschadiging